De geschiedenis van snoep
Snoepen is zo oud als de mensheid. Ook in de oertijd hielden mensen van zoet. Als onze voorouders iets eetbaars zochten, namen ze alleen zoete vruchten mee. Zij wisten al dat iets met een zoete smaak goed te eten is, terwijl iets bitters dat niet was. De eerste echte zoetstof die mensen gebruikten was honing, die jagers in het Stenen Tijdperk uit nesten van wilde bijen haalden. De oude Egyptenaren hadden zelfs al 2500 jaar voor Christus korven vol honingbijen. Ook suiker, zoals wij dat nu kennen, werd al vroeg gebruikt. Zo wisten mensen in India al 3000 jaar voor Christus hoe ze suiker uit suikerriet konden halen. Via de Arabische landen werd die methode later ook bekend in Frankrijk en Spanje.
Het eerste echte snoep
Honing en rietsuiker werden aanvankelijk alleen gebruikt om etenswaren zoeter te maken, dus moesten we nog een tijd wachten op echt snoep. Het eerste snoep ontstond rond 1510 in de Zuidelijke Nederlanden (wat nu Vlaanderen is). Toen heette snoep nog "suikerwerk" en het werd al snel populair, vooral in de hogere kringen. Duitse keizers lieten suikerwerk speciaal naar hun hoven brengen en mensen kregen figuurtjes van suikergoed als welkomstgeschenk. Lange tijd bleef snoep iets voor de rijken, want het was duur om suiker uit suikerriet te maken. Pas na 1747 veranderde dat toen een Duitse apotheker ontdekte dat je suiker ook uit goedkopere bieten kunt halen. Wist je trouwens dat er ooit werd geloofd dat snoep geneeskrachtig was? Zo zouden marshmallows helpen tegen borstpijn en de Ierse toffee "Yellow-man" tegen allerlei kwalen.
Hoe wordt snoep gemaakt?
Hoe worden al die soorten snoep gemaakt? Elk snoepje heeft zijn eigen recept, maar ook vorm, grootte en stevigheid spelen een rol. Proeven van snoep is niet alleen smaak, maar ook het voelen van de vorm in je mond. Snoepmakers kunnen eindeloos variëren met ingrediënten. Ieder snoepje wordt "suikerwerk" genoemd omdat het voornamelijk uit witte suiker bestaat. Maar suiker is niet het enige ingrediënt; om stroop te maken heb je ook water nodig. Hoe minder water, hoe harder de stroop wordt, en hoe meer water, hoe zachter. Wanneer suiker en water worden verwarmd, krijg je stroop, waaraan natuurlijke kleur-, geur- en smaakstoffen worden toegevoegd om verschillende soorten snoep te maken.
Zoveel smaken, zoveel snoepjes!
Neem bijvoorbeeld Lange Jan. Eerst worden suiker en glucosestroop afgewogen en gemengd met water in een ketel, waar het mengsel wordt gekookt. Vervolgens wordt het afgekoeld in een bak, waarna poeder, gelatine en plantaardig vet worden toegevoegd. Na flink kneden wordt vruchtensap en kleurstof toegevoegd voor de smaak. Daarna gaat het deeg door een "trekmachine" die het tot een grote plak vormt. Deze plak wordt in langwerpige staven gesneden en verpakt in papiertjes. Na een kwaliteitscontrole worden de staven in zakjes van 15 verpakt, klaar voor de winkel.